Laatste tegellegging mozaïeken Marius de Leeuw
Tijdens de laatste tegellegging van de mozaïeken bij het Cambreurcollege vrijdag 1 november heeft Ranko Hamelinck onderstaande tekst uitgesproken.
Vrije beschrijving van het natuursteen mozaïek van Marius de Leeuw
Marius de Leeuw maakte dit kunstwerk in 1964 voor de toen nagelnieuwe school. Een schoolgebouw met twee vleugels. Een HBS en een MMS. Naar de geest van de tijd was het middelbaar onderwijs voor meisjes en jongens nog gescheiden. Het werd dan ook een kunstwerk uit twee delen.
De Wederopbouw was de tijd na de 2e Wereldoorlog waarin met een positieve instelling, maar met beperkte middelen, Nederland moest worden opgebouwd. Er heerste een gezonde naïviteit en een no-nonsense houding. Dat zie je ook in zo’n kunstwerk als dit terug. Heldere, gestileerde vormen en een afbeelding die vooruitgang en optimisme ademt. Hoewel we niet precies de betekenis kennen, die is wonderwel in de archieven verloren gegaan, laat het zich wel raden. Als we eens goed kijken en ons naar 1964 verplaatsen.
Er staat van alles op dat jonge mensen op school werd bijgebracht om in de samenleving te participeren. En dat reikte zeker verder dan clichés! We zien op het MMS mozaïek niet alleen zorgzaamheid en (honds)trouw en de vrouw als oermoeder – moeder natuur – centraal staan. Prominent is ook de wereldbol en in het midden een lezende vrouw. Geen dooddoener van traditioneel met vrouwen geassocieerde eigenschappen, maar meisjes moesten bepaald niet wereldvreemd zijn! Toen moest Nederland nog 25 jaar wachten voor Postbus 51 spotjes werden uitgezonden met slogans als een slimme meid is op haar toekomst voorbereidt.
Zeker ook aan de HBS kant gaat het over het onderwijs, het bestuderen van de natuur – de Schepping – en wat het de mens met al die verworven kennis zelf creëert. De landbouw (korenaren), de bouw (passer en driehoek) en de industrie (fabriek met rokende schoorsteen) zijn hiervan voorbeelden die we terugvinden. De vogels naast de staaljager (een F4 Phantom uit ‘58). De kunstmaan – we herkennen de eerste Spoetnik en een draagraket uit ‘57- naast de sterren en kometen.
Uiterst rechts zien we de onderzoekende mens. De natuurwetenschapper. Gebogen over zijn microscoop. Op de achtergrond geluidsgolven en op de voorgrond het laboratoriumglaswerk. Centraal de studie van de natuur. Een docent – met stropdas – onderwijst een leerling.
Ook het fundament van alle kennis – meer filosofisch beschouwd – zien we terug. De tempel als symbool voor de Grieks-Romeinse oorsprong van onze beschaving. En daarboven het kruis van het Christendom. Symbolen ook voor de fysica en de metafysica, voor Aristoteles en de Ideeënleer van Plato. En daartussen de kleine bouwsteentjes van de natuur. We herkennen het ijzermolecuul van het Atomium, met EXPO 58 nog vers in het geheugen.
Er zit veel in voor wie er zijn gedachte over wil laten gaan.