Impressie van het oude kerkhof aan de Bolkensteeg

Impressie van het oude kerkhof aan de Bolkensteeg

Oase van rust en fluitende vogels.

Wie over de Bolkensteeg het dorp Dongen binnenrijdt, realiseert zich waarschijnlijk niet dat deze drukke invalsweg ooit een middeleeuws zandpaadje was.

Temidden van akkers vormden zandpaden op regelmatige afstanden de verbindingen tussen Dongen en Klein-Dongen. Deze stichten, waarvan er nog enkele zijn overgebleven, ontstonden vanaf 1330 in het pas ontgonnen landbouwgebied. Stichten zoals de Schoolstraat en Achterhuizen worden nu weer in ere hersteld en vormen straks kaarsrechte voetpaden in nieuwbouwwijk de Beljaart.

OudeKerkhof1
Zicht door de sierlijke ijzeren poort van het kerkhof. Aan het eind van het middenpad springen de graven van fabrikanten en notabelen in het oog.

Door de auto in de Bolkensteeg aan de kant te zetten en onder een roestige, sierlijke poort door te lopen komt de bezoeker in een heel andere wereld terecht. Het contrast met de drukke weg kan niet groter zijn. Hier heerst rust en fluiten vogels. We staan op een kerkhof; een dodenakker die tussen de akkers en weilanden in het begin van de negentiende eeuw al in gebruik werd genomen.

Het kerkhof werd aangelegd achter de schuurkerk. Deze schuurkerk was in 1648 in gebruik genomen nadat de protestanten de oude kerk aan de Kerkstraat aan het eind van de Tachtigjarige Oorlog in bezit hadden genomen. Katholieken konden voortaan alleen nog in onopvallende kerkgebouwen clandestien hun godsdienst belijden. Het kerkhof rond de oude kerk bleef echter wel in gebruik als begraafplaats voor alle Dongenaren. Begin 19e eeuw maakte de wetgeving het voor de katholieken mogelijk een eigen kerkhof aan te leggen waar ook weer volgens de eigen rituelen begraven kon worden. Het kerkhof werd in 1804 in gebruik genomen.

De sticht die nu Schoolstraat heet, stond bekend als Kerk(hof)sticht, omdat hieraan de schuurkerk met kerkhof was gelegen. Het naastgelegen, nog bestaande huis met de gevelankers 1792 deed lang dienst als pastorie. De bewoners van de Achterhuizen – de hoeves gelegen aan de stichten achter de Hoge Ham – konden kerk en kerkhof bereiken langs een eigen, mansbreed pad dat tussen de weilanden door slingerde. Van dit kerkenpadje zijn de resten nog te herkennen rond het erf van Hoge Ham 9A.

De grond die rond 1828 door de sloop van de schuurkerk vrijkwam, werd gebruikt om het kerkhof uit te breiden. Voortaan kerkten de Dongense katholieken weer in een “echte” kerk: de waterstaatkerk aan de Hoge Ham.

Hiërarchie

Wie over het kerkhof loopt waant zich met één been in de negentiende eeuw, hoewel het leeuwendeel van de huidige graven uit de twintigste eeuw dateert. Het is de typisch hiërarchische orde van de negentiende-eeuwse samenleving die hier als versteend aanwezig is.

Toen het kerkhof werd aangelegd was de samenleving verdeeld in verschillende sociale klassen, wat ook tot uitdrukking kwam in de wijze van begraven en in de aanleg van de begraafplaats zelf. Een plattegrond uit 1884 die in het parochiearchief bewaard is gebleven maakt dit in één oogopslag duidelijk. Het kerkhof was onderverdeeld in vijf klassen, waarvan de eerste klasse de voornaamste was. Wie zich een begrafenis eerste klasse kon veroorloven had recht op een solemnele (plechtige) mis met drie heren (drie priesters in de functie van celebrant, diaken en subdiaken) en langdurig klokgelui.

De vierde klasse was de laagste klasse en had slechts recht op een eenvoudige, gelezen uitvaartmis en een kwartiertje klokgelui. Overleden kinderen uit de hoogste sociale klasse werden begraven tussen de graven van de volwassenen. Voor de kinderen van de overige klassen was er een apart gedeelte van het kerkhof ingeruimd: de vijfde klasse.

OudeKerkhof2
Gietijzeren negentiende eeuws grafkruis. Het ontbreken van een liggende grafzerk maakte het mogelijk de overledenen zeer dicht langs elkaar te begraven. Op het kerkhof zijn nu nog 42 van dergelijke zeldzaam geworden kruizen aanwezig, veelal geplaatst op kindergraven.

Tot slot was er ook nog een gedeelte dat niet was ingezegend: de zogenaamde terra non benedicta. In deze ongewijde grond werden ongedoopte kinderen begraven die bijvoorbeeld dood waren geboren, en mensen die zelfmoord hadden gepleegd.

OudeKerkhof3
Plattegrond van de begraafplaats daterend uit 1884, het jaar waarin het oudste bewaard gebleven begraafboek van het kerkhof in gebruik wordt genomen.

De indeling op het kaartje van 1884 is in grote lijnen nu nog herkenbaar. De graven van de heren en dames van stand aan het eind van het middenpad springen in het oog. De overleden bestuurders en industriëlen van het dorp liggen begraven onder hardstenen grafmonumenten die letterlijk boven de gewone graven verheven zijn. Het zijn stuk voor stuk meesterwerken van steenhouwers die dan ook graag in een hoekje van het monument hun naam vermeldden. Zo zijn de gebroeders Petit met hun ateliers in Tilburg en Breda ruim vertegenwoordigd. De laatstgenoemde woonde in het Jugendstilpand aan de Bredase haven nabij de Haagweg. Het vermelden waard is het graf van burgemeester Van Gastel (* 1839 – † 1916). Een uit Franse kalksteen gehouwen engel, gemaakt door de Tilburgse beeldhouwer Victor Barette, bekroont dit graf.

OudeKerkhof9
Graf uit 1904 op het gedeelte van de 2e klas graven gemaakt uit Belgische hardsteen door de Tilburgse beeldhouwer Barette. De uitgebeelde afgeknotte boomstammen staan symbool voor het afgebroken leven. 
OudeKerkhof5
Praalgraf van burgemeester Van Gastel uit 1916. Dit is het grootste grafmonument op het kerkhof compleet met een manshoog kalkstenen beeld van een engel staande voor een kruis. Het ensemble is vervaardigd door Victor Barette uit Tilburg. Helaas is het naastgelegen grafmonument in zeer slechte staat en zal wanneer er geen onderhoud plaats heeft na augustus dit jaar worden verwijderd.

Temidden van de praalgraven, in het centrum van de begraafplaats, verheft zich een steil, met gras begroeid heuveltje. In deze zogenaamde Calvarieberg zijn vanaf 1860 de pastoors van de Laurentiusparochie bijgezet. Toen de Calvarieberg te klein werd, werden de priesters voor de heuvel begraven. Zo ligt hier het graf van Deken Batenburg, waar ook een straat naar vernoemd is. Op de heuvel prijkt een roestig, verweerd, smeedijzeren kruis. Dit kruis is afkomstig van het koor van de waterstaatskerk en is na de kerkbrand in 1917 op de Calvarieberg geplaatst.

OudeKerkhof6
Eenvoudig graf uit de twintiger jaren. Het is een merkwaardige dubbelgraf waarbij zowel voor als achter de staande zerk iemand begraven ligt. De zerk is aan twee kanten voorzien van een opschrift.

De overledenen die zich niet zo’n groot en versierd graf konden veroorloven liggen op de rest van het kerkhof, soms zeer dicht bij elkaar. Plaatselijk liggen graven zelfs zeer dicht tegen elkaar aan, vierzijdig omsloten door zerken. Deze graven zijn, hoewel bescheidener, vaak ook erg interessant. Zo vinden we her en der nog oude, gietijzeren kruizen, daterend uit de negentiende eeuw. Deze uniforme kruizen stonden naar alle waarschijnlijkheid op de graven van de tweede, derde, vierde en vijfde klasse. Ze bleven tot omstreeks 1950 in gebruik en zijn de opvolgers van eenvoudige, houten kruizen die oorspronkelijk zullen zijn gebruikt. Doordat op gewone graven alleen grafkruizen en geen liggende zerken aanwezig waren, was het mogelijk de mensen nog dichter opeen te begraven dan nu het geval is. Als we de plattegrond van 1885 met de huidige situatie vergelijken wordt dit duidelijk. Waar oorspronkelijk acht rijen graven waren voorzien, vinden we nu zes rijen terug.

Gelijkvormige, kunststenen kruizen uit de vijftiger tot zeventiger jaren van de vorige eeuw hebben de overhand op het kerkhof. Deze eenvoudige kruizen passen in de traditie van uniformiteit die het kerkhof zal hebben gehad.

Eenvoudige en rijkelijk versierde natuurstenen zerken uit de eerste helft van de twintigste eeuw, die we nog aantreffen op de tweede en derde klasse graven, geven een indruk hoe het kerkhof er in die jaren zal hebben uitgezien. Het kerkhof kreeg onder invloed van de verdergaande individualisering geleidelijk een gevarieerde aanblik.
Die individualisering en het afschaffen van het standverschil komt ten volle tot uitdrukking op de huidige algemene begraafplaats die in 1972 aan de Groenstraat werd geopend. Vanaf dat jaar worden alleen nog sporadisch overledenen, met dan reeds bestaande rechten, aan de Bolkensteeg begraven.

Vergankelijkheid

Dat op het kerkhof al tientallen jaren nauwelijks meer wordt begraven heeft ook zijn gevolgen voor het onderhoud. De paden en het openbaar groen worden bijgehouden door vrijwilligers die iedere maandag met veel enthousiasme aan het werk zijn. De grafzerken en grafmonumenten worden onderhouden door de nabestaanden zelf. In de loop van de jaren is dit in het algemeen sterk teruggelopen, ongetwijfeld door de ouderdom van de graven. Soms leidt dit tot scheefgezakte en ingezakte graven, of gevaarlijke situaties door losrakende stukken natuursteen. Ook de grote coniferen op het kerkhof zijn hier een direct gevolg van. Ooit als klein boompje geplant op een graf, zijn de bomen nu zo groot geworden, dat er nauwelijks meer een grafzerk tussen de takken te vinden is.

OudeKerkhof8
Veel grafmonumenten verkeren in een slechte staat door jarenlange verwaarlozing. Zo groeit op menig graf een forse boom die ooit als klein plantje op het graf is gezet, zijn graven verzakt en dreigen delen door roestende ankers af te breken.

Het parochiebestuur, eigenaar van het kerkhof, heeft het initiatief genomen aan de verwaarloosde situatie een einde te maken. Rode en blauwe bordjes bij een aantal graven moeten nabestaanden erop attent maken dat betreffende grafmonumenten geheel of gedeeltelijk worden verwijderd wanneer geen onderhoud wordt verricht. De graven zelf worden overigens niet geruimd. In geval van een groen bordje is het monument aan onderhoud toe. Het is nog niet bekend of ook deze grafmonumenten worden verwijderd indien nabestaanden geen actie ondernemen, wat een groot verlies aan op zichzelf fraaie grafmonumenten zou kunnen gaan betekenen.

Het initiatief heeft ook tot gevolg dat een aantal graven inmiddels is opgeknapt. Vaak is onderhoud ook vrij eenvoudig te verrichten door bijvoorbeeld loszittende stukken opnieuw vast te lijmen of verzakkingen te verhelpen.

Wie zich het lot van een grafmonument aantrekt had nog tot augustus 2014 de tijd om actie te ondernemen.

Nawoord

Moge dit artikel ertoe bijdragen dat met ieders kleine of grotere inzet deze verzamelplaats van persoonlijke geschiedenissen een inspirerende plaats voor Dongen blijft en haar karakter behoudt. Hopelijk worden dan ook het fraaie toegangshek en het uit omstreeks 1920 daterende lijkenhuisje door het parochiebestuur opgeknapt.

Tekst en illustraties door: Ranko Hamelinck

Bronnen:

Brand, W., Niet zomaar een dak…Zes eeuwen geloven in Dongen: De geschiedenis van de Laurentiusparochie (Dongen 1987)

Regionaal archief Tilburg, Tilburg
Archiefnr. 1203 Rooms-Katholieke parochie H. Laurentius te Dongen, 1768-2002 (2005)
Inventarisnr. 382

Brabants Historisch Informatiecentrum, ‘s Hertogenbosch
Kadastrale leggers

Mondelinge bron.
Dhr Kooiman, beheerder van het kerkhof voor de parochie Dongen- Klein Dongen – Vaart

Bericht geplaatst in